RWANDESE MUZIEK en DANS

De films van de Rwandese groepen die hier worden gepresenteerd, werden in juli 2001 opgenomen (beeld en geluid) door het trio Tony Van Der Eecken, Vincent Kenis en Patrick Tacq, tijdens een reis door Rwanda bedacht en georganiseerd door Anne Maes-Geerinckx in het kader van de “Vlaams-Rwandese Vereniging Umubano” (Vichte – België) met de steun van de Provincie Oost-Vlaanderen, KBC Bank en het Rwandese ministerie van Jeugd, Sport en Cultuur.

Na de naam van elke groep, krijgt u korte informatie over de stukken (dansen, liederen, ritmes) die worden uitgevoerd op het moment van de opname en over de gebruikte instrumenten.  In elke groep worden die opnames vernoemd onder a, b, c, …. Telkens is de titel die na die letter volgt (in vette blauwe karakters) eveneens de link naar de betreffende opname. Klik op die link om de opname in klank en beeld te horen en zien in een nieuw scherm dat automatisch opent.  De opnames zijn allemaal mp4-bestanden die met elke moderne laptop of smartphone kan bekeken en beluisterd worden.

Om praktische redenen wordt het geheel van de in totaal 32 voorgestelde Muziek- en Dansgroepen in drie afzonderlijke delen gepresenteerd op onze site. Hierna vindt u de eerste tien opgenomen groepen, met de beschrijvingen van de uitgevoerde dansen en liederen, samen met de videolinks.
In een tweede en derde deel worden de groepen 11 tot 32 voorgesteld.

Om de bezoeker van de site niet te vermoeien door de herhaling van bepaalde gegevens, hebben we ervoor gekozen om niet de hele presentatie van elke groep weer te geven, maar om alleen de bijzonderheden te noteren die de groep vertoont in vergelijking met de andere.

Zonder omwegen de wereld van genres en titels induiken opent een deur op de complexiteit en rijkdom van de Rwandese cultuur en kan sommigen aanzetten er meer over te willen weten.
 
We wensen onze webmaster te bedanken voor het plaatsen van deze video’s op onze website. Net zoals Anne Maes en haar medewerkers het deden voor de realisatie van het project, heeft ook hij dit ontzagwekkende werk op volkomen vrijwillige basis verricht.
 
 

1. Abatangamhundu-groep – stad Kigali. Abatangamhundu betekent Zij die kreten slaken als applaus in geval van overwinning of om iemand welkom te heten

Toelichting bij de opnames onder a, b, c en d

a. Drie dansliederen
De groep presenteerde de volgende Imbyino-dansliederen (literair en muzikaal genre genaamd “populair”):

  • Dore uRwanda, Dit is Rwanda: lied dat een eigen compositie van de groep lijkt te zijn. Zoals alle Rwandese dansliederen behandelt het verschillende thema’s: de schoonheid van Rwanda, de goedheid van Rwandezen, de opsomming van heuvels, enz.
  • Inyamanza y’i Mabera, Het kwikstaartje van Mabera (heuvel): dit zeer oude lied bestaat in Rwanda in verschillende varianten, zowel bij de Hutu’s als bij de Tutsi’s en de Twa’s. Het behandelt ook verschillende thema’s die in opeenvolgende allusieve toetsen worden aangehaald.
  • Igisasa, De opschik. Dit populaire lied, van Twa-oorsprong, spreekt over de heuvels van Rwanda, de moed van de oudere generaties, enz.
    De variant gepresenteerd door de Abatangamhundu-groep handelt voornamelijk over het huidige Rwanda door de nadruk te leggen op de geboekte vooruitgang en de verwachte prestaties.

Opmerking
Ter gelegenheid van de opname werden deze dansliederen begeleid door twee trommen: een kleine waarvan de klank dicht aanleunt bij die van de ishakwe (zoeker en toongever van slagwerktrommen) en van de ingaraba (langwerpige trommel), die traditioneel deel uitmaken van elke uitvoering met de ikondera-muziek (hoorns)

Het gebruik van deze twee trommen en het ritme dat ze genereren in de begeleiding van dansliederen is een nieuwigheid, die tegenwoordig ook bij veel Rwandese groepen te vinden is. De traditionele begeleiding in dit muziekgenre is het klappen met de handen.

De passen en andere dansbewegingen van de meisjes zijn een mengeling van Twa- en Tutsi-choreografieën en die van jongens, Twa- en Hutu-choreografieën (in het bijzonder uit het noordwesten van het land). Deze specifieke eigenschap is te vinden in veel troepen die momenteel in Rwanda actief zijn. Daarnaast bevatten de uitgevoerde dansen (categorie imbyino) bepaalde bewegingen ontleend aan de umuhamirizo krijgsdans, een totaal ander genre.
Ook dit lijkt wijdverspreid te worden onder de huidige Rwandese groepen.

b. Trommelritmes, Ingoma

Namen van de trommelritmes die de groep speelt. Zij maken deel uit van het traditionele koninklijke repertoire:

  • Umugendo, de Plechtige Mars. (Vroeger: begeleidingsritme van de koning op verplaatsing, vandaag, ritme van opkomst van de trommelaars op het podium.
  • Inumvu (umutimbo), Oproepritme of prelude van het spel
  • Umusuko (Van het werkwoord gusuka – gieten, letterlijk: een vloeistof van de ene recipiënt in de andere gieten).
  • Umuterero, de Beklimming
  • Imirindi, Voetstappen (in de betekenis van forse stappen, die van een wedloop bijvoorbeeld),
  • Agasiga ko hasi, De kleine roofvogel van onderaf
  • Agasiga ko hejuru, De kleine roofvogel van bovenaf
  • Ikirushya, De torsade, het moeilijke
  • Inyanja, De grote watermassa
  • Ikimanuka, Hij die van boven komt
  • Gutungisha, De conclusie

De trommen (ingoma) die priester Simhenzwe Gaspard Inkeshamubano noemt of trommen die de goede relaties tussen de mensen bevestigen, worden in slagwerk bespeeld als muziekinstrumenten, in tegenstelling tot de rituele of dynastieke trommen van het Oude Rwanda, die andere functies hadden.

De meeste trommelritmes hebben hun eigen geschiedenis en, muzikaal gezien, een gevestigde orde.
Vandaag de dag is deze volgorde niet altijd dezelfde. De groep die ze speelt keert ze soms om, laat wat weg of voegt er andere ritmes aan toe. De twee Agasiga-ritmes die door de groep worden uitgevoerd op het moment van de opname, zijn bijvoorbeeld ontleend aan het repertoire van recentere drumritmes (begin 20e eeuw) en ingevoegd in het traditionele repertoire.

c. Abakobwa b’iwacu, Jonge vrouwen van bij ons : Dit lied is een viering van schoonheid, vriendelijkheid en vrouwelijke reserve, evenals van andere kwaliteiten die de Rwandese vrouw kenmerken.

d. De imihamirizo-krijgsdansen, gepresenteerd door de Abatangamhundu-groep, volgen in grote lijnen het schema van de Intore-voorstelling, zoals voorgeschreven door de canon die op dit gebied heerst:

  • Opkomst van een Umutahira, gewapend met een stok (die de troep introduceert met stappen en bewegingen die kenmerkend zijn voor het genre, terwijl ze heldendaden voordragen).
  • Opkomst van de dansers op het ritme van een ikondera muziekstuk.
  • Uitvoering van een korte dans als aanzet, gevolgd door een andere dans, ook kort.
  • Krijgslied uitgevoerd door Intore-dansers in de voor de dans gevormde rijen.
  • Uitvoering van een lange dans gevolgd door een solo-demonstratie op het ritme van de Ikondera muziek.
  • Van het podium af gaan.

De dansen uitgevoerd door de groep zijn:
Urusamaza, De meeslepende
– Igitego, De fantasie
– Indege, het vliegtuig
– Gusohoka, De solo-demonstratie
.
 
 

2. Twizerane-groep van Cyanzarwe – provincie Gisenyi (Nu: Noordprovincie). (Twizerane betekent: laat ons elkaar vertrouwen)


De groep presenteerde een schets van een traditionele Rwandese bruiloft. Het gebruikte scenario stemt overeen met de eenvoudigste uitdrukking van het genre, maar de liedjes zijn van een aanzienlijke rijkdom, zowel muzikaal als wat betreft de inhoud van de gezongen teksten.
Een groep liederen maken deel uit van het repertoire met betrekking tot het ceremonieel van het huwelijk en in het bijzonder de liederen van geruststelling van de jonge verloofde die zich binnenkort bij haar schoonfamilie zal voegen, gevolgd door de liederen van geruststelling van de jonge bruid.

Deze liedjes zijn echte didactische sessies waarbij de verloofde of bruid een lawine van raadgevingen ondergaat over haar toekomstige gedrag als bruid, huisvrouw, schoondochter, schoonzus, buurvrouw, toekomstige moeder enz. Het eerste van deze nummers is: Uwo bareze neza araje, Zij die goed opgevoed was komt aan (zie opname a.)

Sommige liederen zijn deels in de stijl van de protestantse eredienst. De analyse van deze liedjes zou ook interessant zijn in het kader van een studie over het fenomeen van de acculturatie in dit domein. Maar deze invloed maskeert op geen enkele manier de gebruikelijke rijkdom van de muziek van de Bagoyi (inwoners van Bugoyi, noordwest Rwanda) waarover A. P. Merriam (1953: 15) opmerkt: “De muziek (van de Bagoyi) blijft nog steeds in de Bahutu-traditie, maar de harmonie wordt er vaker dan gebruikelijk aangetroffen en verschillen manifesteren zich ook in de samenstelling van de zanggroep.” Alleen al het luisteren naar de liedjes die door de groep worden gepresenteerd, geeft Merriam gelijk.

Toelichting bij de opnames onder a, b, c, d, e, f, g, h en i

a. Uwo bareze neza araje, Zij die goed opgeleid was (de bruid) komt aan.

b. Nyabirungu ni Rugimbanya, Dedappere-Nyabirungu-brengt-de-vijand-dubbele-klappen-toe-.
Nyabirungu is een van de geesten van de Ryangombe-cultus waaruit dit lied is overgenomen. Dushyigikiye umuco mwiza wa kinyarwanda, Wij ondersteunen de goede Rwandese cultuur. Lied dat de steun van de groep voor de ontwikkeling van de Rwandese cultuur bevestigt.

c. Twizerane ya Gisenyi, De groep Twizerane van Gisenyi. Een soort lofzang op de groep

d. Twaje kondera, We komen tot harmonieuze muziek. Danslied begeleid door een ikondera muziekstuk (aerofonen)

e. Mbonye ingwe ndende, ik zie een grote panter.

f. Ndamugambira yanga, Ik praat met hem/ haar en hij/zij antwoordt me niet – Merk op dat het ritme van dit danslied is ontleend aan het noorden van Rwanda (de regio Rukiga) terwijl deze groep uit het noordwesten van het land komt.

g. Dore Rwanda nziza, Ziehier het zo mooie Rwanda
Mama ndare, Oh mam ik overnacht hier!

h. Imihamirizo y’intore: krijgsdansen van de Intore ingeleid door een stuk ikondera-muziek. De dansen worden afgewisseld met een lied dat in de rijen van de dansers wordt uitgevoerd (ook hier is het ritme van dit lied ontleend aan Noord-Rwanda in de Rukiga-regio). Daarna geeft een ander Ikondera muziekstuk het ritme aan voor het verlaten van het podium.

De dansen uitgevoerd door de groep zijn:

  • Indamutso, De redding: in twee korte delen van het genre igitego.
  • Ingirakamaro, De nuttige: korte dans voor de controle van de rijen.
  • Ibihogo, De bruine (koeien): maakt deel uit van de cultus van de koe (in het traditionele Rwanda werd de samenleving gedomineerd door de koe, die een veilige sociaal-politiek-culturele waarde vormde. Dit betekent dat de koe op alle gebieden van het leven ingreep, zelfs in de taal: zo werd alles wat nobel, nuttig en mooi was vergeleken met de koe).
  • Incamihigo: De dans van de uitdagingen (of die de geschillen beslecht).

i. Trommelritmes, Imirishyo y’ingoma. Sommige trommelritmes gepresenteerd door de Twizerane-groep behoren tot het koninklijke repertoire, terwijl andere deel uitmaken van een recenter repertoire (begin 20e eeuw). Zo zijn de twee Udusiga ritmes: Kleine roofvogel (van onder en van boven) varianten van twee gelijknamige ritmes die behoren tot het oude koninklijke repertoire.

De creativiteit van de groep is duidelijk, zowel met betrekking tot de dans, als tot de behandeling van de ritmes en hun variaties. Sommige gebaren en bewegingen van de trommelaars maken echter geen deel uit van de echte Rwandese traditie.

3. Indatwa (Gogwe)-groep van Mutura – Provincie Gisenyi (nu: Noordprovincie). Indatwa betekent: “Zij die men laat zien / De elite “


De Gogwe maken deel uit van de Rwandese Tutsi-bevolkingsgroep en claimen een herderscultuur die volledig gericht is op de koe (liederen, poëzie, levensstijl, sociaal-economische situatie, enz.)

Toelichting bij de opnames onder a, b en c

a. Kunyabanwa of Stokkenspel van de herders

Het is een traditioneel herdersspel dat vechtinstinct ontwikkelde bij jonge mensen en een hobby was tijdens lange dagen doorgebracht achter grazend vee. Het wordt gespeeld met twee lange stokken die schuin worden gehouden, een naar boven gericht om aan te vallen en de andere naar beneden gericht om de onderste ledematen van het lichaam te beschermen.

b. Drie dansliederen:

  • Leta y’u Rwanda ni Leta y’ubumwe n’amahoro, De Rwandese regering is die van eenheid en vrede.
  • Yeee yee hee yaa: vocalise gevolgd door een lied met teksten die we niet konden ontcijferen.
  • Kanyonyomba, Zij die op de tenen in het menselijke lichaam binnensluipt, de ziekte ‘aids’ die de zangers Kanyonyomba noemen

 c. Twee dansnummers

  • Yee bana mwe, Oh jullie kinderen       Een reeks bittere overwegingen over de wederwaardigheden van het leven. Dit soort ‘klaagzang’ komt in Rwanda veel voor, vooral in vrouwendansliederen.
  • Iyi Leta y’ubumwe n’amahoro, Deze regering van eenheid en vrede (herhaling van het eerste nummer in b)

Opgemerkt moet worden dat de liederen van de Gogwe-bevolkingsgroep, (en die van de Indatwa-groep zijn geen uitzondering,) meestal aanleiding geven tot een choreografie gebaseerd op de koe (gang die de koe imiteert, houding van de armen als hoorns), terwijl de gezongen thema’s niet langer verband houden met de herderscultuur.

4. Batwa-groep in Kinigi, aan de voet van de vulkanen – provincie Ruhengeri (Nu: Noordprovincie)


Context: de Bukamba-groep die moest worden opgenomen, was niet compleet. Afspraak wordt gemaakt voor later. Het team ging vervolgens op zoek naar de volgende groep. Het gebied waar die zich bevindt werd onlangs aangevallen door rebellen en ze werd daarom niet op de hoogte gebracht, maar iemand meldt het bestaan van een groep Batwa’s die iets verder weg wonen, niet ver van de weg. Deze groep stemde ermee in om stante pede te zingen en te dansen, zonder voorbereiding, wat het evenement, naar het leven afgebeeld, het interessants maakt.
Over de Twa’s van Kinigi
De Twa’s van Kinigi wonen aan de voet van het vulkaanwoud. Hun liederen, die dan ook liederen van de woudrand genoemd kunnen worden, zijn liederen met meerstemmige melodieën die voor een ongetraind oor blijkbaar allemaal op elkaar lijken, maar die in werkelijkheid allemaal van elkaar verschillen.
De stemmen evolueren vrij, solo of in kleine subgroepen die in de koorgroep te horen zijn.
Deze vrijheid in eenheid komt ook tot uiting op het niveau van de choreografie.

Het handgeklap dat het lied begeleidt is een aanhoudende en gelijkvormige stroom van croches. Deze stroom vormt een fundamenteel ritme dat de dansers in staat stelt om de meest uiteenlopende stappen en bewegingen, improvisaties, creaties, fantasieën gemaakt van maatdelen en slagen tegen het ritme in uit te voeren, en die slechts een beperking hebben, nl. de grondtoon die hen in toom houdt en disciplineert.
Het geheel is onmetelijk rijk. Er moet ook worden opgemerkt dat deze liederen niet zo verschillend zijn van die van de pygmeeën die werkelijk in het woud leven, maar ze hebben meer dan overeenkomsten met de liederen van de Twa’s die in het binnenland van het land wonen.

Toelichting bij de opnames onder a, b, c, d en e

De groep bracht drie dansliederen ten gehore, namelijk

           a. Nyirangeri (vrouwennaam),

           b. Rugege (titel met onbekende betekenis) en

           c. Mukuyangondo (mannennaam).

De Kinigi-groep presenteerde ook twee stukken met de de muzikale boog (umuduri):

          d. Spel op de muzikale boog met handgeklap.

          e. Spel op de muzikale boog met handgeklap. De woorden van deze polyphonie lijken terug te grijpen naar het danslied Nyirangeri.

Het belang van het gebruik van de muzikale boog is dubbel:

* Hij wordt gehanteerd door een vrouw, terwijl de muzikale boog meestal en traditioneel een manneninstrument is. In de rest van Rwanda (en in het bijzonder in centraal Rwanda), bij de drie bevolkingsgroepen, is deze praktijk ondenkbaar, omdat de muzikale boog gerelateerd is aan de boog van de krijgers, umuheto, een viriel gevechtsinstrument bij uitstek.
* Het boogspel gaat eerst samen met dat van de hoorns en daarna met stemmen en handgeklap. Dit is een onverwachte nieuwigheid in de Rwandese muziek en in het bijzonder bij een Twa-groep.

5. Bukamba-groep, Nkumba district – provincie Ruhengeri (nu Musanze – Noordprovincie)

Toelichting bij de opnames onder a en b

De groep presenteerde de volgende dansliederen:

a. Drie dansliederen en een stukje instrumentale muziek:

* Mwari wa Ngwe, Luipaardmeisje (huwbaar, verloofd): dit lied, zeer ritmisch, maakt deel uit van de huwelijksliederen van de noordelijke regio van Rwanda. Het ritme van het nummer geeft aanleiding tot een zeer sterke dans met tamelijk vrije bewegingen van het genre, genoemd ikinimba: of ‘dans waarin de voeten hard de grond raken’.
De titel van het lied is een aansporing van het meisje aan wie wordt gevraagd een sterk karakter aan te nemen zoals dat van de luipaard tegenover de risico’s van het leven.

* Karinde mugenzi!: Wees dapper, gezel
* Nimuganire: Onderhoud elkaar (of Begeester zij die naar u kijken). Het begint met een op een toon gezongen inleiding op een vrij en niet-dansbaar ritme. Deze inleiding wordt gevolgd door een treffend begin van de dansbare partij, die aanleiding geeft tot forse passen en bewegingen die gedomineerd worden door sprongen.

* Een stukje instrumentale muziek op de insengo fluitjes. In dit stuk genereren de ternaire vormen van de muziek gespeeld door de inyahura fluitjes (gidsfluitjes) en ibihumurizo (basfluitjes) een sterke, hectische dans, dicht aansluitend bij de hierboven genoemde ikinimba, maar enigszins anders door bepaalde bewegingen en poses en door de houding van de armen van de dansers.

b. , Breng de nacht goed door (danslied): De tekst van dit lied is in Kiga dialect. Het ritme van het nummer is dat van de noord-noordoostelijke regio (Byumba) waarvan de choreografie wordt gedomineerd door aanzienlijke sprongen.

6. Ntamukunzi Theogene, zijn zoon en dochter uit Ruhondo – provincie Ruhengeri (nu Muzanze, Noordprovincie)

Toelichting bij de opnames onder a en b

Théogène en zijn kinderen spelen een eerste stuk op de vedel (indigiti) (a) en daarna zingt Théogène een lied begeleid door de citer (inanga) (b)

a. uwumva ntavunika : Hij die spreekt tot wie luistert heeft het niet moeilijk om zich verstaanbaar te maken (lied van het trio begeleid door de vedel (indigiti).
Dit stuk vertelt het verhaal van een weesjongen die uiteindelijk geluk zal vinden door te huwen met de zus van een koning. Het verhaal is gekoppeld aan het thema van de wonderkinderen (meestal jongens) die opgroeien in de baarmoeder van hun moeder en al rijp en begaafd met spraak worden geboren. (Zie het thema ‘Enfants de fer et des enfants de beurre’, ontwikkeld door Pierre Smith in Naissances et destins, Cahiers d’Etudes africaines, XIX, 1-4 (n°73-76) 329/352, 1979b.

b. Baryaningwe (mannennaam): dit stuk maakt deel uit van het repertoire van inanga-deuntjes die de heldendaden vertellen van veedieven die in het verleden een zekere sympathie genoten onder het gewone volk.
Aangezien het laat is geworden en de nacht is ingetreden, voeren Tony en zijn gezellen de zangers terug naar huis, met de auto.

7. Op weg naar de regio Gitarama (nu Muhanga, Zuidprovincie)

Toelichting bij de opname onder a

a. Deze beelden tonen Tony Van der Eecken en Bonfils Bayingana (journalist die tot taak heeft hem te helpen in de onderneming) bezig met het kiezen, met behulp van een kaart, van de beste te volgen route om op dezelfde dag de verschillende geplande groepen te kunnen opnemen.

Op deze sequentie volgen enkele korte beelden van de weg die naar Gitarama leidt (nu Muhanga).

8. Ishakwe-groep van het Ntenyo District en de citerspeler Thomas Kirusu – Provincie Gitarama (nu zuidprovincie). Ishakwe betekent De kleine trom van het slagwerk

Deze groep, onder leiding van Donat Nyabyenda, bestaat voornamelijk uit Twa’s. Hij voert liederen uit, waarvan de meeste zijn ontleend aan het repertoire van andere groepen, waaronder de Indahemika-groep in Kigali, waar Nyabyenda werd gerekruteerd.

Toelichting bij de opnames onder a, b, c, d, e, f, g, en h

a. Toen Tony aankwam om de Ishakwe-groep op te nemen ziet hij de citerspeler Thomas zitten in een klaslokaal. Hij kent hem goed en vraagt hem iets te zingen. Kisusu gaat er graag op in en biedt hem twee liederen aan:

Nyirampfabaje (vrouwennaam vertaald als ‘Ik slaap met elke man, zolang hij het mij vraagt’): klaagzang van een vrouw (van slechte zeden) die lijdt aan een ongeneeslijke ziekte, van seksuele oorsprong en vergelijkbaar met de huidige aids.
Nyiranzage, de vrouw die goed sorghumbier klaarmaakt

b. Het lied Ikigote, een variëteit van honing, maakt normaal gesproken deel uit van de liederen van de rand van het woud (waarvan sommige ook worden uitgevoerd door de Twa’s van het binnenland). Sommige bronnen plaatsen het onder de jachtliederen, maar de vele thema’s die in het opgenomen lied worden behandeld, zonder duidelijk verband met de jacht, laten niet toe dat het in dit domein wordt geplaatst.

c. U Rwanda rw’Abanyarwanda, Het Rwanda van de Rwandezen is een lied dat de sociaal-culturele realisaties van het Rwanda van vandaag vertelt.

d. Ishakwe, de Ishakwe-groep: (gedanste polyfonie), een soort loflied van de groep. De tekst is eigen aan de groep, maar de melodie is ontleend aan de stijl van de liederen van sommige groepen van de hoofdstad Kigali.

e. Krijgsdansen van de Intore (imihamirizo): de groep voerde een lange dans uit die de naam Ingorabahizi draagt, Zij die de tegenstanders (vijanden) in de problemen brengt/brengen.
De zanger presenteerde acht stukken die deel uitmaken van het traditionele repertoire van inanga-volksliederen uit de centrale en zuidelijke regio’s van Rwanda.

f. Begeleid met een citer, zingt Kirusu het lied Kamananga ka Sebajura, Kamananga, zoon van Sebajura (mannennaam). Het gaat over de avonturen van een krijger uit het oude Rwanda, beroemd zowel om zijn humor en grappen als om zijn moed tijdens de gevechten.

g. Twee a capella liederen (polyfonie) uitgevoerd door vier personen
– Eerste lied: Tony had aan deze mensen gevraagd iets te zingen als herinnering aan zijn overleden echtgenote. Blijkbaar was het een liefdeslied.
– Tweede lied met begeleiding van handgeklap: Ugire amararo, Mocht u goede verblijfplaatsen hebben! (zang uit het traditionele repertoire)
– Derde lied gezongen door Thomas Kiruzi: Ingaji Rwayumba: De grote overwinnaar (krijgstitel). Dit stuk is een voordracht van heldendaden van de krijgers van het oude Rwanda.

h. Thomas Kiruzi zingt begeleid door de citer:

– Een eerste lied Nyiramajamira is een klaagzang van een vrouw die getrouwd is met een oude man en die klaagt over het onaantrekkelijke leven dat ze naast hem leidt. Het stuk is ingedeeld in het repertoire van populaire deuntjes begeleid door de inanga citer die een reeks bittere beschouwingen over het leven, over de samenleving uitdrukken.

– Een tweede lied Gitare cya Bihizi, Witte stier van Bihizi (stierenras en krijgstitel): stuk dat zich presenteert als een episch lied dat de heldendaden vertelt van een krijger van de voormalige militie (sociaal leger) Abashakamba, de Wervelwind.

9. Aimable Nyigena – Ntenyo, Gitarama (nu: Zuidprovincie)

Uitleg van de gedichten die door de jongen werden voorgedragen volgens de onder a gepresenteerde opname

Na de opname van de Ishakwe-groep vertelt de boekhouder van het district Ntenyo dat zijn zoon gedichten voordraagt. Tony, Vincent en Patrick besluiten het op te nemen en kiezen een set weg van het publiek.

a. Amahamba & Icyivugo & Amazina y’inka. De uitvoering van de jongeman is een klein stukje van het herderslied genaamd Amahamba gevolgd door een kort stukje Icyivugo zelf-panegyriek, alles afgesloten met een herdersdicht Amazina y’inka (de naam van de koeien).

Uitleg: de icyivugo zelf-panegyriek betekent ‘over zichzelf praten’ of ‘zelfverheerlijking’ zoals een Intore-danser doet wanneer hij hardop ‘heldendaden’ oproept. Icyivugo is een kunst die specifiek is voor mannen die bijvoorbeeld tijdens wakes of op een feest teksten kunnen reciteren waarin al dan niet echte of denkbeeldige ‘heldendaden’ worden opgehemeld.

10. Abadahigwa-groep van Ruyumba – Provincie Gitarama (nu: Zuidprovincie). Abadahigwa betekent de Onoverwinnelijken

De titels van de nummers zijn gelegenheidstitels. Vermoedelijk heeft de groep tijdens de verschillende sociale campagnes, net als vele anderen, een aanpassing gemaakt van de traditionele liedjes waarvan de inhoud en titels zijn veranderd, waaraan nieuwe thema’s zijn toegevoegd, terwijl de melodieën behouden bleven. De choreografie van de dansen die de liederen begeleiden blijft traditioneel.

 
Toelichting bij de opnames onder a, b, c en d

a. Polyfonie waarvan de woorden onverstaanbaar zijn

b. – Bashyitsi bahire, Welkom aan onze gelukkige gastheren.

Bavukarwanda, O u Rwandezen (letterlijk: Die geboren zijn in Rwanda).

c. ikondera-muziekstuk: twee jonge mannen laten zich zien (maar het zijn niet de intore dansers zoals de traditie het voorschrijft)

Munyarwanda utuye u Rwanda, Rwandezen die wonen in Rwanda.

Abadahigwa: Zij die we niet kunnen uitdagen (hymne aan de groep).

d. Gacaca, Volkstribunaal: het thema van Gacaca is te vinden in verschillende groepen opgenomen tijdens deze missie.
 
 
 
Dit is het einde van het eerste deel van Rwandese Muziek en Dans, waarin u kon genieten van de opnamen van de groepen 1 tot en met groep 10.
In Rwandese Dans en Muziek deel 2 presenteren wij u de opnamen van groepen 11 tot en met 20. Klik hier om naar deel 2 te surfen.

Print Friendly, PDF & Email
Facebook